Er is geregeld onduidelijkheid en controverse omtrent het begrip ‘massavorming dat in 2020 door professor klinische psychologie Mattias Desmet (Universiteit Gent, België) in de media gebracht werd. Zijn boek ‘De psychologie van totalitarisme’ werd in Februari 2023 geschrapt als verplichte lectuur voor het vak ‘Cultuur- en Maatschappijkritiek’, wat het vorig jaar wel nog was. Het boek zou niet correct citeren, onderzoeksresultaten uit hun context trekken, data selectief gebruiken, cherrypicking, niet de meest actuele theoretische kaders gebruiken. Wat klopt er wel en wat klopt er niet aan Desmets verhaal?
In oktober 2020 keek ik naar een aflevering van De Nieuwe Wereld, waarin Desmet voor het eerst met Marlies Dekkers en Ad Verbrugge sprak over het fenomeen ‘massavorming’ in relatie tot de coronapandemie. Ik viel van mijn stoel van herkenning, wauw! Een totaal ‘aha!’-gevoel. De uitzending werd een viral hit en staat wat mij betreft nog altijd als een huis.
Maar daarna liepen zaken stap voor stap uit de rails. Gaandeweg kreeg zijn visie meer aandacht. Desmet herhaalde veelvuldig op veel YouTube-kanalen zijn visie op de morele paniek die door de pandemie ontstaan was. Tegenwind en Maurice de Hond publiceerden mooie afleveringen met Desmet. Maar Desmet schuwde niet om ook met controversiëlere kanalen en personen in gesprek te gaan: Weltschmerz, Jorn Luka, Willem Engel, Brecht Arnaert, Ongehoord NL, Blackbox, Tucker Carlson en als klap op de vuurpijl Alex Jones. Wie gaat graven, vindt bij veel van deze personen verbanden met extreemrechtse partijen, preppers, conspiracygroepen. De lijn is soms troebel, maar het spectrum waartegen deze partijen aanleunen is duidelijk zichtbaar. Hoewel ik Desmets mededeling dat hij geen partijen zou uitsluiten van een gesprek accepteer, heb ik hier toch wel moeite mee. Desmet weigert namelijk wel om met Maarten Boudry, Pepijn van Erp, het Karl Jaspers Institute, Michiel Lieuwma en nog een rijtje andere prominente critici in gesprek te gaan. Ik vind zijn handelen dus onvolledig. En ik denk dat het media-technisch erg in je nadeel werkt uiteindelijk. Guilty by Association is een inkoppertje voor columnisten. Je gaat eraan.
Waarvan akte. Reuters plaatste een kritisch artikel waarin het verschijnsel ‘mass formation psychosis’ glashard ontkend werd. De veel aangehaalde Youtube van het Karl Jaspers institute deed daar nog een schepje bovenop en Desmet werd toenemend omstreden als wetenschapper.
Ik las Desmet’s boek met groot enthousiasme toen het uitkwam. Het was mijn eerste boek over massapsychologie en slikte het voor zoete koek. Ik was bezig met een graphic novel en besloot 1/3e ervan online te plaatsen ter support op Desmet’s visie. Dit betrof de 100 pagina’s waarin ik het fenomeen massavorming uitleg met de kennis van toen.
Het YouTube-filmpje van het Karl Jaspers Institute gaat over Desmets boek. Dit boek ‘De psychologie van totalitarisme’ handelt over veel meer dan louter het onderwerp massavorming. Het behandelt wetenschapsfilosofie, statistiek, chaostheorie, de psychologie van het kind en eindigt met een soort neo-spirituele denkrichting die een goede uitweg zou vormen uit ons, door Desmet veronderstelde, verkeerde wereldbeeld die een crisis zou vormen in onze geestelijke gezondheid. Psycholoog Wouter Mareels schreef een 400 pagina dik boek waarin hij zeer uitgebreid zijn visie geeft op Desmets boek. Ik deel niet alle opvattingen van Mareels aangaande corona, maar moet tot mijn spijt concluderen dat er toch veel op Desmets boek valt aan te merken en zijn analyse op het boek toch wel adequaat is. Kritiek is bij nadere beschouwing ook vrij logisch: Desmet heeft grote laarzen aangetrokken door zoveel onderwerpen in een boek te gooien en te vermengen tot één theorie. Het is vragen om problemen, omdat er dan wel heel veel haakjes ontstaan waarop je aangevallen kan worden. Anno 2023 vind ik dat Desmet in toenemende mate problematische uitspraken doet. Zo beweerde bij bij Jorn Luka dat DNA beinvloedt kan worden door het geluid van onze stem. Wat mij betreft behoorlijk van het oorspronkelijke scherpe pad af…
Ik was weer eens in een penibele situatie beland. Desmet was mijn hoofdbron voor de omstreden 100 pagina’s die het hoofdthema in mijn boek ondersteunden: Ik ervaarde het alsof de wereld ondersteboven geraakt was en door het wegvallen van de rationele zwaartekracht bij de massa was ook ik verdwaald maar in exact de tegengestelde richting: een dissident in ‘20-’21. Ik kon mijn stripboek niet uitgeven in de vorm die ik in gedachten had. Ik zou acuut als dwaas weggezet worden.
De enige oplossing om mijn boek toch af te ronden, was dat ik Desmets bronnen ging checken en ook de bronnen van zijn criticasters en hier ter aanvulling een gedegen afrondende visie over zou geven in een nog te maken extra hoofdstuk. Ik begon met Le Bon en Arendt, toen Trotter en Sighele, etc.. Een nieuwe fascinatie ontwikkelde zich: de massapsychologie. Ik heb op dit moment een dertigtal boeken gelezen en ben van mening dat ik een aardig beeld heb over het onderwerp. Ik heb me specifiek tot dit onderwerp gericht, omdat dit belangrijk is voor mijn boek. De kritiek op de andere wetenschapsvelden laat ik grotendeels buiten beschouwing. Desmet had echter wel degelijk gelijk dat er massavorming ontstaan was toen de pandemie uitbrak. Hij maakt echter een aantal afrondingsfouten (de grote laarzen wederom) en pleegt omkeringen waardoor zijn uitleg onjuist is. Maar minstens even kwalijk vind ik de ontkenning van de massavorming die enkele van zijn criticasters pleegden.
Bestaat het begrip Massavorming?
In de Karl Jaspers-YouTube beweert Professor Ghaemi dat Desmet de term massavorming verzonnen heeft; de term heeft volgens hem nooit bestaan in de geschiedenis van de mensheid.
Vanaf 58:43 in de betreffende video-opname: “And by the way, one more big picture point I forgot to make: the concept ‘mass formation’ has never existed in human history. You will not find it anywhere in Gustave Le Bon’s writings. You will not find it anywhere, as far as I can tell, in any social psychology writings. You will not find it anywhere in any of the psychiatric literature for the last 200 years. The term ‘mass formation’ is completely made up by this person and his friend who goes on a Joe Rogan podcast and talks about it to a couple millions of people. … This concept of ‘mass formation’ has no scientific basis, no conceptual basis that anyone else has ever written about, no theoretical basis that anyone else has written about. People have talked about mass psychosis, mass hysteria, but again, these are just metaphors, there’s no scientific basis to it. … But this concept of ‘mass formation’, I just want to make that point, and he doesn’t point this out at all in the book, has no basis in anybody else’s thinking.”
De term massavorming komt letterlijk voor bij Freud, Canetti en wellicht ook nog bij een lange reeks auteurs die zich op hun werk hebben gebaseerd. Hier een opsomming van wat ik gevonden heb:
- Bij Elias Canetti staat ‘massavorming’ op de achterflap van zijn boek ‘Massa en macht’ en wordt de term in het boek een paar keer gebruikt.
- In Freuds tekst ‘Het Ik en de Psychologie der Massa’ (1921) wordt de term ‘Massenbildung’ ongeveer 30 keer gebruikt.
- De term wordt veelvuldig gebruikt door Professor Kurt Baschwitz in zijn boek over de geschiedenis van massapsychologie: ‘Denkend Mensch en Menigte’ (1940). Daarnaast gebruikt Baschwitz de begrippen massademonie, massawaan, massavertroebeling, massavormende gebeurtenissen.
- Professor Paul Reiwald gebruikt de term in zijn boek ‘De Geest der Massa’ (1951) op de volgende pagina’s: 19, 22, 24, 45, 57, 80, 100, 106 2x, 112, 117, 118 ,120, 121 3x, 125, 163 2x,165, 255, 256 3x, 257 2x, 316, 317, 337, 340 3x, 341, 345, 356, 402, 409, 410 2x, 413, 414.
- Salvador Giner beschrijft in ‘Mass Society‘ (1976) op pagina 211 wat ‘mass formation’ is. Giner gebruikt tevens de term ‘mob formation’ op pagina 139. Ik kom hier zometeen nog even op terug.
Lost in Translation
‘Sigmund Freud sprak in ‘Het Ik en de Psychologie der Massa’ (1921) over ‘Massenbildung’. Dit is in het Nederlands het vertaald als ‘massavorming’, terwijl dit in het Engels vertaald is als ‘crowd formation’. Le Bons Engelse vertaling beschrijft ‘a psychological crowd’, wat wederom een andere woordkeuze is voor hetzelfde verschijnsel. Freud gebruikt ook de term ‘massaziel’ als beschrijving van een emergente, collectieve neiging die het gedrag van het individu beïnvloedt. Het komt op mij over als een tekortkoming van Ghaemi en de andere denkers die Desmet verweten dat het een zelfverzonnen begrip zou zijn en niet herkenden dat het slechts een andere term betrof voor exact hetzelfde verschijnsel. Ghaemi gaf aan dat Desmet als professor moet weten hoe hij moet citeren. Hoewel dit juist is, is Ghaemi tevens extreem rigide door hier zo strikt op te hameren. Het begrip is gewoon juist toegepast en volgt volkomen de beschrijving zoals Le Bon die opstelde in zijn beroemde boek. Je kunt het op basis van andere, latere boeken oneens zijn met Le Bon, maar dan is het de taak van Ghaemi en anderen om te komen met bronnen wat er dan verkeerd is aan Le Bon/Desmets visie wat een massavorming is. Er wordt slechts benoemd dat het ofwel verzonnen is door Desmet (wat dus niet waar is), ofwel dat Le Bons visie achterhaald is. Maar hoe het dan wel zit, blijft achterwege. Ik vind dat gebrekkig.
De invloed van Le Bon moet niet onderschat worden. Le Bons visie was een voortspinsel van de gedachten van Tarde (Laws of Imitation, 1890) en Sighele (De Menigte als Misdadiger, 1891). Beide boeken beschreven een meer primitieve vorm van dezelfde theorie. De massavormingstheorie wordt tevens beaamd en aangevuld door Trotter (Instincts of the Herd in Peace and War, 1916), McDoughall’s Group Mind (1920), Freud’s boek (Het ik en de psychologie der massa, 1921), Canetti’s Massa en Macht (1960). Baschwitz (Denkend mensch en menigte, 1940) en Reiwald (De geest der massa, 1951) beschrijven het verschijnsel tevens uitvoerig, maar hebben aanvullende nuanceringen die geloofwaardig zijn als kritiek op de tekortkomingen in Le Bons werk. Dat wil echter niet zeggen dat Le Bons theorie onjuist is. Hij was vooral onvolledig, en op sommige aspecten hyperbolisch of te generaliserend. Zoals dat wel vaker voorkomt bij nog ontluikende wetenschap.
De filosofen Ortega y Gasset (De opstand der horden, 1930), Erich Fromm (De Angst voor Vrijheid, 1941) en de later helaas zeer dwaas geworden psychoanalyticus Wilhelm Reich (The Mass Psychology of Fascism, 1946) beschreven niet zozeer de term, maar wel de filosofie alsook de psychologie die inzicht verrijkend is over het verschijnsel massavorming. Een andere noodzakelijke leestip om het verschijnsel goed te kunnen begrijpen is ‘The Rape of the Mind’ (1956) van Joost Meerloo, een toonaangevende studie over marteling, trauma en brainwashing.
Zoals al blijkt uit het boek van Freud dat zowel in het Nederlands als Engels verscheen is het in de Engelse literatuur niet gebruikelijk om te spreken over ‘mass’. Men spreekt doorgaans over ‘crowd’. In een uitstekend artikel uit 2011 in De Groene wordt duidelijk dat dit tot een enigszins problematische vorm van ‘lost in translation’ leidt. De Amerikaanse sociale psychologie volgt een andere denklijn dan de Europese massapsychologie die qua bevindingen in feite rond 1970 afgerond was en opging in het dominante narratief van de Amerikaanse (kapitalistische) cultuur en daaraan gekoppelde sociologische wetenschappen en ideologische opvattingen: massapsychologie werd onderdeel van marketing en spin doctor-politiek. Le Bons werk wordt daarin vooral als tool gebruikt en niet als waarschuwing naar het volk. Dat verklaart de ontkennende toon in het Reuters artikel en waarom Ghaemi zo tekeer ging tegen de term. (Het artikel is hier te lezen: De klomp die nooit breekt)
Het woord ‘mass’ is echter niet volkomen onbekend in de Engelstalige literatuur. Zo publiceerde de reeds genoemde Wilhelm Reich het beroemde boek ‘The Mass Psychology of Fascism’. Professor Stephen Reicher is een prominente sociaal psycholoog en reageerde sceptisch op Desmets conclusie dat er een massavorming zou zijn tijdens de pandemie en raadde via Twitter iedereen aan om het boek ‘Mass Society’ (1976) van Salvador Giner te lezen. Hier treffen we, zoals al opgemerkt was, op pagina 211 de uitleg van ‘mass formation’ aan. Giner gebruikt tevens de term ‘mob formation’ op pagina 139, waarmee hij duidt op een negatieve vorm van massavorming (massavorming bestaat ook in de positieve zin, bijvoorbeeld na het scoren van een doelpunt.)
Mattias kreeg in België felle kritiek van Wouter Mareels en Eva Vanhoorne. Mareels bevestigt in zijn recente boek Beschouwingen bij “De psychologie van Totalitarisme” (2023) echter dat massavorming wel degelijk bestaat en het waarschijnlijk ook optrad tijdens de corona-pandemie. In gesprekken die ik had met Vanhoorne, bevestigde ook zij het bestaan van het verschijnsel, ook al denken zij beiden radicaal anders over de recente massapaniek tijdens de corona-pandemie dan Desmet. Zij zien vooral een massavorming bij de ‘wappies’, Vanhoorne spreekt over ‘conspiritualisten’ . Het begrip massavorming is echter unaniem bevestigd, zelfs door hen. Vanhoorne publiceerde hier tevens twee artikelen over [1] [2]. Desmets andere prominente criticasters Maarten Boudry en Pepijn van Erp hebben zich bij mijn weten niet direct uitgelaten over het begrip. In Nederland nam factchecker Peter Zegers helaas niet de visie over van Mareels en Vanhoorne, maar vertaalde een stuk waarin Ghaemi’s onkundige uitspraken herhaald werden.
Maar wat is Massavorming nu eigenlijk?
Naar aanleiding van mijn grondige leesstudie kom ik tot de conclusie dat massavorming in feite het fundament is van wat dieren tot sociale dieren maakt. Het gezin, de clan, het dorp, de stad, het gesprek, de vrijpartij, het feest, een slagveld… Letterlijk alles wat wij samen doen is een massavorming. Eigenlijk een leeg begrip dus.
Waar Le Bon en de vele andere vroege massapsychologen echter over schreven is de ‘negatieve massavorming’. Een massavorming going wrong, een systeemfout van een sociale groep. Beruchte voorbeelden zijn we bij diverse dieren. De beruchte ant mill, waarbij mieren zich in een cirkel doodlopen.
Een ant mill, de mieren lopen zich letterlijk dood.
Vogels en schapen die elkaar ook opsluiten in cirkels en spiralen, aanspoelende groepen walvissen en stampedes. En bij mensen zien we ook negatieve massa’s in de vorm van stampedes, volksopstanden, genocides, morele paniek en groupthink. Ik bedacht recent het begrip sociale ouroboros die volgens mij beter de lading dekt voor al die negatieve massavormingen, omdat het die foute massavormingen verbindt met elkaar en daardoor verduidelijkt wat het fundamentele probleem ervan is: een sociologische moebius-ring waarbij het individu (het binnen) één wordt met de massa (het buiten) en niet herkent dat het elkaar in stand houdt (een collectieve confirmation bias) via een feedback loop waardoor er juist een ramp ontstaat door de systeemfout zelf.
Mieren in de Moebius-ring van Escher.
Een kort historisch overzicht van de relevante auteurs maakt duidelijk hoe een (negatieve) massavorming beschouwd moet worden:
Gabriel Tarde publiceerde in 1890 ‘Les lois de l’imitation’, in het Engels verschenen als Laws of Imitation. Tarde beseft dat gevoelens en emoties besmettelijk zijn, met name bij sociale dieren zoals de mens.
Scipio Sighele publiceert kort daarop in 1891 ‘La folla delinquente: studio di psicologia collettiva’, in het Nederlands verschenen als ‘De Menigte als Misdadigster’. Sighele stelt dat tijdens een opstand de menigte hun verstand verliezen. Ze nemen zogezegd de intelligentie aan van de domste uit de groep. Dit is vergelijkbaar met een groep olifanten die op de vlucht slaan en de snelheid aanhouden van het jongste olifantje, omdat deze anders niet mee kan komen met de groep en ten prooi valt aan de leeuwen. Tevens stelt Sighele dat er een verval van moraal is, wat het collectieve crimineel gedrag verklaart. Ook jury’s zouden last hebben van groupthink, wederom een vorm van intelligentieverval. (Sighele gebruikt het woord groupthink nog niet, omdat dit pas na George Orwell’s 1984 wordt bedacht, maar dit is in feite wel wat hij beschrijft.)
Gustave le Bon beschrijft in ‘La Psychologie des foules’, dezelfde aspecten en vult aan dat er tijdens een ‘psychologische massa’ sprake is van
1 Verhoogde agressie
2 Hang naar een sterke leider
3 Hang naar bevestigend bewijs en getallen
4 Hang naar rituelen
5 Betrekkingswaan / Gevoelig voor bijgeloof
6 Wensdenken en Doemdenken
7 Oorlogsretoriek en kinderlijk taalgebruik
8 Zwart-wit denken / Tunnelvisie
9 Intolerantie voor andersdenkenden
10 De zondebok en de helden(En indien een crisis aanhoudt vindt er een zondebokverschuiving plaats.)
Le Bon constateert dat er door de collectieve angst of woede maar één hoofdgedachte is, een tunnelvisie, het zwart-wit denken. Deze tunnelvisie beschouwt hij als een vorm van hypnose, waarbij de ‘massaziel’ de hypnotiseur is van de individuen.
Wilfred Trotter herhaalt in ‘Instincts of the Herd in Peace and War’ (1916) grotendeels de visie van Le Bon en vult deze vanuit een biologisch perspectief aan. Trotter stelt dat dieren drie fundamentele instincten hebben: voeding, voortplanting, lichaamsbehoud. En sociale dieren hebben een vierde instinct: massavorming. Dat vierde instinct is soms in conflict met de eerste drie: Voeding wordt eerst verdeeld aan de groep of de kinderen. Niet alle bijen en mieren planten zich voort (bij mensen zie je dit minder strikt genomen, maar nonnen en priesters leven bijvoorbeeld ook celibatair). Ten tijde van strijd is er bij mieren, bijen en mensen soms de bereidheid tot opoffering met als doel dat hun groep/gezin beschermd wordt.
Trotter legt tevens uit dat er drie verschillende massa’s bestaan: de aanvalsmassa (vaak carnivoor zoals de wolvenroedel, of het peloton tijdens de Tour de France), de verdedigingsmassa (vaak herbivoor, de schapenkudde en spreeuwenwolken) en de hiërarchische massa (de bijen- en mierenkolonies, maar ook onze stedelijke cultuur met een elite, een politie/leger, het ziekenhuis, goederen- en voedselproductie, etc.).
De aanvalsmassa kent een puntgerichte vector-massa met één leider die gevolgd wordt; de sterkste. We zien deze vorm tijdens opstanden, oorlogen, maar ook duidelijk tijdens sportwedstrijden en live-performances. De slierten wielrenners laten duidelijk zien dat de massa niet bestaat uit ‘naastenliefde’ maar gericht is op de voorste. Je kunt een aanvalsmassa vergelijken met een zwaard.
De verdedigingsmassa is ongericht en sterkt zich vooral door onderlinge vectoren zonder centrale richting: de Sort Sol-spreeuwenzwerm heeft niet één leider die gevolgd wordt. Onze dansvloer is een vorm van een puntloze massa, men danst met de nabije personen. De bescherming ligt pal naast je. Je kunt de verdedigingsmassa vergelijken met een blok rubber.
De hiërarchische massa verdeelt de massa in klassen. Men noemt deze dieren eu-sociale diersoorten. Een opmerkelijke voorwaarde voor deze massa is dat er een vaste, zelfgebouwde woonplaats moet zijn: de mierenhoop, de termietenheuvel, het bijennest. Je zou onze huizen, forten, kastelen en steden ook als een eu-sociale kenmerk kunnen beschouwen, echter de mens schikt zich een stuk minder willoos in een kaste als dat de mieren, termieten en bijen hiertoe bereid zijn. We zijn een onvolkomen vorm van eu-socialiteit. Je kunt de hiërarchishe massa vergelijken met een machine bestaande uit verschillende, soms vervangbare onderdelen.
De mens is een omnivoor en gecultiveerd wezen. Hierdoor zie je alle drie de bovengenoemde massa’s terug in onze maatschappij.
Een prominente basiswaarde die uit alle boeken naar voren komt is dat angst verbindt. Dit is een belangrijk kenmerk van een massavorming. Het fraaiste voorbeeld dat ik ken is de massa die ontstaat bij een plots stilstaande trein. Zolang de trein rijdt zondert iedereen zich af en er is min of meer ergernis als mensen wel spreken, laat staan als iemand tegen een vreemde spreekt. Maar zodra er de treinstoring is en de trein een tijdje stilstaat, gaan mensen in de coupés plotseling gezellig babbelen met elkaar. Een instant massavorming. De vrouw tegenover je haalt zelfs een zak met snoepjes uit haar tas. Je durft geen nee te zeggen. Zij is moeder en jij bent het kind geworden. De massa neemt een regressievere vorm aan, in dit geval een sympathieke vorm: de verdedigingsmassa van Trotter.
De visies van Sighele en Le Bon vereisen herziening. Kurt Baschwitz beschrijft in zijn boek ‘Denkend mensch en menigte’ (1951) wat er wel en niet klopt aan Sighele en Le Bon.
Sighele was een advocaat en had baat bij de stelling dat de massa de wil van het individu overnam. Immers dan was de dader slachtoffer van de situatie en niet zelf verantwoordelijk. Dat mogelijke motief maakt hem als auteur discutabel. Tevens zijn de claims over de ‘domme collectieve jury’ discutabel. Het kan weliswaar voorkomen dat er tijdens een cultuurjury sprake is van een subversieve radicale inzending, een veilige kwaliteitsinzending en de minderwaardige neutrale derde. Er ontstaat dan een felle discussie tussen de eerste en tweede en dan wordt er uiteindelijk voor de veilige derde optie gekozen. Ik heb dit ook veelvuldig meegemaakt met songwriting in bandverband. Het leidt zelden tot echt een opmerkelijke compositie als je de beslissing aan de groep overlaat. Maar Sighele laat buiten beschouwing dat een jury ook omgekocht kan zijn. Of dat de dader knap en elegant is en het slachtoffer wat vies ruikt en er onverzorgd uitziet. Of dat de moord eigenlijk wel handig uitkwam op welke manier dan ook. Tal van onbenoemde redenen worden vermeden door Sighele.
De meeste kenmerken die Le Bon opsomt, kloppen, echter de conclusies dat er sprake is van hypnose en één massa vereisen nuancering. Le Bon schreef zijn boek in een tijd waarin hypnose nog slecht begrepen was. De Zeitgeist en literatuur wijdde zwaar hyperbolisch uit over de mogelijkheden van het verschijnsel hypnose. Dit is nog altijd zichtbaar in avonturenverhalen: de sjamaan doet wat raars met gebaren en spiraalogen en hoepla de held van het verhaal is een volgzame zombie geworden.
Hypnose in Kuifje-verhaal
Zo eenvoudig ligt het niet. Het is zo dat een paniekmassa geobsedeerd is door één onderwerp, maar dit laat zich veel beter verwoorden als een blinde vlek. Vergelijkbaar met twee zakkenrollers, waarbij de ene je afleidt en de ander je portemonnee weg graait zonder dat je het voelt. Of hoe een goochelaar het publiek voor de gek houdt. The Monkey Business Illusion.
The Monkey Business Illusion
De andere wezenlijke kritiek die Baschwitz terecht inbrengt, is die van de hyperbolische voorstelling dat de massa uit één grote klomp gewelddadige zombies bestaat. Sighele en Le Bon baseerden hun bevindingen op historische bronnen die vaak sterk overdreven heroïsch schreven. In beiden boeken neemt de Bestorming van de Bastille een prominente plek als bewijsvoering voor de massadynamiek. De bronnen zijn naderhand herzien, weerlegt en genuanceerd. Naast het hyperbolische in de bronnen zijn deze tevens sterk anekdotisch en niet gebaseerd op statistische onderzoeken. Het zijn bronnen die bij het gewenste idee passen, een confirmation bias.
Ook zou de intelligentie significant dalen, tot naar het niveau van de domste van de groep. Ik benoemde al even de vluchtende olifanten die de snelheid aannemen van het ukkie. Dit toont goed dat er niet zozeer sprake is van afwezigheid van kwaliteiten, maar meer dat ze even niet gebruikt worden. De grote olifanten kunnen wel degelijk nog steeds harder rennen, ze doen het alleen even niet. Zo ook met het nadenken: angst is een slechte raadgever.
De claim dat mensen één massa vormen wordt door Baschwitz kundig weerlegd via de geschiedschrijving over de heksenvervolgingen. Heksenvervolgingen worden vaak genoemd als een vroeg voorbeeld van massawaan. De waan zit vooral in een agressieve, repressieve gewelddadige voorhoede. De middenmassa vreest voor hun leven en volgt. Ze zouden immers zomaar zelf slachtoffer kunnen worden van de groepshaat, als ze zich uitspreken tegen. Een vorm van chantage en kidnapping van de wil. Dat is iets totaal anders dan hypnose of een blinde vlek.
Bij volksopstanden wil de hoofdmassa helemaal geen geweld. Enkel de criminele voorhoede schuwt geweldpleging niet, ook op andere momenten als het hun uitkomt. Doordat er een massa is, voelen zij zich almachtig omdat ze denken onzichtbaar te kunnen handelen. Dit was zeer duidelijk zichtbaar bij de Bestorming van het Capitool. Dat is geen collectief verval van moraal zoals Le Bon beweert, maar een massa die de crimineel een masker geeft, waardoor hij meent onherkenbaar zijn slag te kunnen slaan.
Elias Canetti publiceerde in 1960 het boek ‘Massa en Macht’. Dit boek beschrijft naast de negatieve massavormingen ook veel andere massa’s die niet noodzakelijk slecht zijn. De religieuze massa, politiek-ideologische massa’s, de feestmassa, de rouwmassa, mode, hypes, etc.. Tevens bevat dit boek veel antropologische anecdotes die inzicht verschaffen. Ik vond dit met name interessant in relatie tot de huidige gendertiener-problematiek. Is er geen sprake van een mass psychogenic illness? Een controversiële hypothese die je niet met ja kunt beantwoorden zonder acuut gezondebokt te worden. Zelfs ik durf het niet hardop te zeggen… Toch geeft Canetti veel voorbeelden van cults die zelfkastijding, automutilatie, castratie en vormen van religieus animalisme en andere wanen. Ik zag hier veel overlap met de huidige gender-problematiek.
Ik ving hier en daar op dat er tijdens de lockdown geen massavorming kon zijn. We zaten immers door het lockdownen en thuiswerk afgezonderd van elkaar. Dit is een onjuiste conclusie. In 1938 werd in de Verenigde Staten tijdens Halloween het ‘The War of the Worlds’ radiodrama van Orson Welles uitgezonden. Dit veroorzaakte een massapaniek bij de luisteraars. Tarde legt uit communicatie de grondslag is voor sociale besmetting, niet zozeer het fysieke samenzijn. Belangrijk hierbij is Edward Bernays’ boek ‘Propaganda’ (1928) waarin hij de mogelijkheden van de media uiteenzet om een sociale besmetting te ontketenen. Tevens is het belangrijk om Marshall McLuhans’ Understanding Media’ (1964) te lezen, waarin hij uiteenzet dat het medium zelf de inhoud wordt. Een feedback-loop. Paris Hilton als beroemdheid, niet omdat ze daadwerkelijk iets speciaals kan, maar omdat ze in de media is. Een massavorming in zichzelf: iedereen volgt haar. Het medium dicteert het gedrag van de massa.
Conclusie over Desmets stelling
Duidelijk mag zijn dat massavorming een fenomeen is en een rijke wetenschappelijk literaire geschiedenis heeft. Ook lijkt het mij duidelijk dat Desmet het juist zag dat dit verschijnsel zich in heftige mate voordeed tijdens de corona-crisis. Toch zijn er wel wat opmerkingen over hoe Desmet massavorming invult en koppelt aan onze moderne samenleving en potentieel totalitarisme.
Als we kijken naar het kenmerken-rijtje van Le Bon kunnen we hier allemaal voorbeelden bij bedenken die kloppen: de vele discussies op social media (1), regeringsleiders waren nog nooit zo plots zo populair (2), virologen werden society-sterren (2,10), de getallenporno (3), de maskers en andere maatregelen hadden een religieuze onaantastbare rituele waarheid (3,4), ten overzijde broeide het van de conspiracies (5), wetenschappelijk wensdenken preveleerde sterk boven twijfel over haalbaarheid (3,6), we waren ‘in oorlog’ met het virus (7), diverse groepen waren helden, tot op het ridicule af: applaus voor de supermarktvakkenvullers op een gegeven moment (10). De intolerantie (9) hoef ik denk ik niet eens te benoemen, dat was wel de grootste schande van deze mondiale morele paniek. Desmet zat dus uiterst nauwkeurig dat hij Le Bons theorie herkende in de corona-pandemie. Desmet haalt tevens terecht veelvuldig aan: ‘een opmerkelijk gebrek aan empathie voor het leed dat zich buiten het object van angst voordoet’ (8).
Regeringsleiders gingen zich bij de corona-crisis despotisch gedragen (de sterke leider als kenmerk van massavorming). Ardern: ‘the single source of truth’ (8), Macron: ’ik ga ongevaccineerden tot op het einde toe pesten’ (1, 9) Trudeau: ‘fringe minority met unacceptable views’ (1, 9), en De Jonge: ‘we weten de postcodes van de ongevaccineerden’ (9). Allevier kregen ze die rare furieuze Gargamel ogen met rode pupillen terwijl ze hun dreigementen uitspraken. De frustratie nam per maand toe.
Bij de corona-pandemie was de zondebokverschuiving (10) duidelijk zichtbaar : de samenscholende tieners op straat, buren dit de politie belden als buren zich niet aan de regels hielden, de BLM-demonstranten, de funshoppers, de feestende studenten, de vliegvakantiegangers, de Malievelders, en ten slotte de ongevaccineerden. Elke maand was er wel een nieuwe zondebok. Nooit echter werd de werkelijke risicogroep aangesproken: de oude, dikke man. Waarom moest die niet gaan afvallen, of sporten of kreeg hij geen speciale bezorgservice om hem uit de gevarenzone te houden?
Desmet houdt echter de definiëring van Le Bon te strikt aan en implementeert de latere denkers niet goed in zijn tekst. Hij benoemt weliswaar kort Solomon Asch die via zijn beroemde testen liet zien dat mensen in drie groepen in te delen zijn: de ‘gehypnotiseerde’ gelovigen, de groepsdrukvolgers en de opstandigen. Maar dat wordt slechts terloops gemeld en veel minder duidelijk dan hoe Baschwitz dit uitlegt. De groepsindeling van Asch speelt ook verder geen rol in Desmets verhaal, ze bestaan slechts in die ene paragraaf.
We zagen Baschwitz’ chantage door groepsdruk sterk bij de corona-pandemie. De middenmoot was allerminst ‘gehypnotiseerd’, maar vooral strontchagrijnig. Niemand wilde immers eigenlijk lockdownen, ‘maar het moest’. Werd de mondkapjesplicht afgeschaft, dan zag je acuut de hoofdmoot van de bevolking de volgende dag al zonder kapje in de supermarkt. We waren bevrijd.
Joost Meerloo beschrijft in ‘The Rape of the Mind’ (1956) uitgebreid hoe doodsangst, foltering, brainwashing, trauma en hypnose met elkaar verbonden zijn. De conclusies die Desmet pleegt zijn dan ook niet volkomen uit de lucht gegrepen, maar niet van toepassing op de massavorming tijdens de corona-pandemie. Er is een wezenlijk verschil tussen een krijgsgevangene, die tot aan totale doodsangst toe gemarteld wordt en dan in een psychotische, hypnotische toestand komt, en een bevolking die collectief vrees heeft voor een eng virus. Dat is peper gelijkstellen aan tabasco. Dat beiden pittig zijn, klopt an sich, maar dat wil niet zeggen dat ze op elkaar lijken.
Desmet somt vier kenmerken op die volgens hem een massavorming zouden veroorzaken:
Sociaal isolement
Gebrek aan zingeving
Vrijzwevende angst
Vrijzwevende agressie
Hij benoemt nergens welke denker dit ook zo zou indelen. De vier parameters worden volgens Desmet veroorzaakt door een doorgeslagen mechanistisch-deterministische maatschappij. Dit zou zijn ontstaan vanuit de Verlichting. Nu is er zeker wat aan te merken op onze hyperzucht naar meten is weten, waarbij het gevoel wel eens uit het zicht raakt, maar ik meen hier toch een sterk overdreven visie in te zien. Depressieve mensen, een burnout-epidemie, een gendertiener-problematiek, een door big pharma gepushte overmedicalisering en bullshit jobs. Dit alles bestaat en zijn helaas actuele perverse kanten van onze kapitalistische maatschappij. Maar er zijn veel meer gelukkige mensen en onze maatschappij is juist in hoge mate probleemloos. De hoge mate van ontevredenheid komt op mij eerder over als een psychische allergie. Door onze hyper-veilige samenleving zijn we verwijderd geraakt van ernstig fysiek leed. Het gaat te goed, dus geeft de kleinste tegenslag al groot leed of ingebeeld leed.
Een groot gat in Desmets verhaal is ook dat hij de Bastille-bestorming nergens linkt aan de Capitool-bestorming. Le Bon hing zijn theorie met name op aan de Bastille-bestorming. Hoe kon hij de overduidelijke overeenkomsten tussen die twee opstanden over het hoofd zien? De Capitool-bestorming valt lastig in zijn betoog. Hij stelt immers dat de virusangst-massavorming de opmaat vormt richting een totalitaire staat, terwijl juist de Capitool-bestorming een opmaat was naar een totalitaire staat. De boze demonstranten hadden inderdaad juist vooral de vier parameters in zich, veel meer dan de doorsnee burger met een vrij leven en huisje, boompje, beestje.
Nu ontken ik die parameters niet als van invloed, maar ik kom tot een heel andere invulling: een ramp veroorzaakt volkspaniek en die uit zich dan bij sociale diersoorten in een massavorming, of beter verwoord: een morele paniek. Dat staat los van de vier parameters die Desmet opsomt. Wel is het zo dat die vier parameters als katalysator inwerken op de morele paniek. Hij keert naar mijn inzicht brandstof en katalysator om en dat is problematisch. Immers als de vier parameters de brandstof zouden zijn, volgt daar inderdaad op dat de massavorming niet ophoudt te bestaan zolang deze niet weggenomen worden, en dus: we glijden af naar een totalitair systeem. Dat is zijn vrees en dit bezet een prominente positie in zijn boek. Desmet stelt dat massavorming altijd voorafgaat aan totalitarisme en daarmee in wezen de kern is van totalitarisme. Desmet refereert veelvuldig aan Hannah Arendt waar het gaat om totalitarisme. Of dit juist geciteerd wordt is een welles-nietes spel tussen Desmet en zijn criticasters met tal van ingewikkelde interpretaties.
Ik denk tevens dat het anders ligt, dan hoe Desmet het concludeert en kan daarbij Arendt omzeilen. Een ramp veroorzaakt een massavorming, ongeacht en altijd. Dat kan een overstroming zijn, een vulkaanuitbarsting, een mislukte oogst, een economische crash, maar ook een dictatuur. Een kleine elite installeert een dictatuur, hetzij door een revolutie of stiekem stapsgewijs. Als er eenmaal een dictatuur is, dan is er dus tevens een massavorming die zich uit in massa-angst, het burenverraad, de angst voor de ander, de zondebok, de verhoogde agressie, etc.. Alle parameters die Le Bon opsomde en de andere auteurs bijstelden en verfijnden. Het is niet zo dat massavorming dictatuur veroorzaakt, dictatuur veroorzaakt massavorming. Ik geef de criticasters dus gelijk en ben van mening dat Desmet oorzaak en gevolg omdraait.
De geschiedenis beschrijft een oneindige reeks rampzalige en gewelddadige massavormingen. De gifbeker van Socrates, de volksjury over Jesus versus Barabas, de kruistochten, de heksenvervolgingen, dansmanie, de Franse revolutie, de communards, de Russische revolutie, de Holodomor, de Armeense genocide, de WW1 en WW2, de Holocaust, de executies van Ceaușescu en Mussolini, de vier plagenbestrijding van Mao, de Iraanse revolutie, de Rwandese genocide, de Joegoslavische burgeroorlog, de taliban, de Arabische lente. Al deze massavormingen stonden los van de Verlichting en de negatieve invloed die dat zou hebben op de stemming van de bevolking. Sterker nog, die escalaties vonden juist plaats zonder aanwezigheid van rationeel leidinggevend verstand! En in de samenlevingen met de hoogste secularisatie en technologische vooruitgang, het Westen, is sinds 1945 nooit meer een dergelijke brute massavorming geweest. Totdat er plots dat virus was… De hoofdkoppeling die Desmet dan ook pleegt via de vier parameters die een massavorming zouden veroorzaken is onjuist. Het was de doodsangst over het virus en de rest hielp een beetje in de morele paniek, maar was allerminst de aanstichter. Er is een hoogtechnologische samenleving. En we zijn te enthousiast in ons wensdenken dat de wetenschap altijd een oplossing heeft, ik ontken dat niet. Maar die wetenschap brengt ons tevens juist enorm veel welvaart en welzijn. Het heeft uiteraard ook een keerzijde met negatieve aspecten, maar met massavorming en psychologie van totalitarisme heeft dat niets te maken. Het slaat als een tang op een varken. En zie de foto van de plaggenhut. Zijn wij werkelijk ongelukkiger dan die mensen die zonder alle voordelen van de Verlichting leefden? Ik waag het te betwijfelen.
Plaggenhut in Drenthe, 1936. Mensen die zonder de Verlichting leefden.
Desmet geeft in zijn boek een soort neo-spirituele denkrichting als oplossing uit de huidige door hem veronderstelde waarheidscrisis voortvloeiend uit de Verlichting. Ik denk dat het onjuist is om Descartes te snel overboord te gooien en dat neo-spiritualiteit als uitweg naïef is. Veel zaken zijn wel degelijk heel goed deterministisch vast te leggen en vormen in hoge mate onze rationele zwaartekracht. Het is de basis. Je gooit het kind niet met het badwater weg. Zonder exacte wetenschap ben je nergens en zweef je maar wat.
Daarnaast is de ene massavorming de andere niet. De samenstelling van de personen is elke keer anders. Tijdens corona viel ik volkomen onverwacht en vooraf oninschatbaar met mijn bedrijf buiten de massa, nu is dat, even vooraf niet inschatbaar, de bakker die zijn gas niet kan betalen. Het glas breekt elke keer anders. Ik ontken niet dat spiritualiteit onzinnig is als middel om Desmets vier parameters in te perken, maar hij benoemt geen andere mogelijkheden. Actiever sporten, vrijwilligerswerk bij het voetbalteam van je zoontje, cadeaus en liefde geven aan je dierbaren, de zolder opruimen, knutselen, wandelen, kunst en muziek genieten als verzamelaar of op events, zelf kunst of muziek maken, een nieuwe baan die wèl zingeving geeft, een andere partner of vrije relatie. Of nog radicaler (dus slechts aan te raden in beperkte dosering): genotsmiddelen. Een gebakje voor jezelf, lekker een biertje drinken, misschien voor de enkeling een jointje, etc..
Vanzelfsprekend gaan nieuwe innovaties ook vaak gepaard met disruptieve aspecten die niet altijd op voorhand voorzien waren. Met ontdekte pas na de uitvinding van de auto hoe giftig lood in benzine eigenlijk was. Maar de mens is spelend en vaak leidt nieuwe innovatie ook onbedoeld tot onverwachte mooie dingen: de tegencultuur en grassrootscultuur. Stripverhalen, gamecultuur, grafitti, fanzines, skaten, skeeleren, kiten, parachutespringen, extreme sports, speelgoedcultuur, mode, hackerscultuur, diy-crafty cultuur, en waarschijnlijk de meest spectaculaire: popmuziek in zijn oneindige breedheid aan genres en daaraan gelinkte dansculturen: jive, twist, handjive, disco, pogo, breakdance, electric boogie, headbangen, stagediven, gabberen, raven, twerken… Stuk voor stuk opmerkelijke en nieuwe bezigheden die de mens geluk en zingeving geven en niet hadden bestaan zonder wetenschap en innovatie. Ze lijken niet te bestaan in de analyse van Desmet. Er zijn vele wegen om jezelf gelukkig te maken en niet enkel via God of het spirituele.
Desmet uit zijn zorgen over de snelle uitrol van een overtechnocratische surveillance-maatschappij. Nu is dat op zich een terechte zorg die in zijn algemeenheid geldt en al sinds de opkomst van het internet aandacht verdient. We rollen naar 1984 toe, Bits for Freedom is een relevante organisatie. Met name tijdens de corona-crisis kwam dit ineens nog duidelijker tot uiting: de QR-code werd zelfs ingezet op treinen (Frankrijk), bankrekeningen werden om nagenoeg niets geblokkeerd (Canada), de vaccinatiedwang nam per week toe (in Oostenrijk op het randje van een verplichting), en je mocht geen woord verkeerd typen of zeggen op FB, Insta, YT, Twitter en LinkedIn of er volgde acuut een blokkade. Desmet zat hierin juist dat dit een glashelder massavormings-kenmerk was: een heftige intolerantie voor andersdenkenden (10).
Waar Desmet ook gelijk in heeft is dat een hevige massavorming niet op zichzelf staat. Een massavorming kan als bijwerking snel een kindje maken en dat kindje maakt mogelijk ook weer een kindje. Je zag dat de massa-angst voor het virus kort daarop ook grootschalig de conspiracy-angst ontstaan dat er een totalitaire staat aan het ontwikkelen is. Niet geheel onterecht, de globalisering heeft ondemocratische aspecten. En thans zie je de massa-angst over de economische recessie of die over de oorlog in Oekraine. Dit laat zich goed vergelijken met de zogenaamde Kármán Vortex Street. Tornados komen vaak in een serie volgens dit turbulentie-principe. ‘Chaos’, Het boek van James Gleick leert ons dat de patronen uit de complex-dynamische systeemtheorie ons veel inzicht kunnen geven in vrijwel elke andere wetenschap, dit is daar een goed voorbeeld van. Massavormingen zijn sociologische turbulenties.
Kármán Vortex Street
De vroege massapsychologen bedachten allerlei oplossingen hoe leiders adequaat zouden moeten handelen, maar WW2 toonde pijnlijk aan dat hun oplossingen onwaar bleken. Negatieve massavormingen bestaan en kunnen helaas niet voorkomen worden. Enkel door levenservaring en tegenslag leert de mens ze te herkennen en er beter mee om te gaan. Rampspoed geeft nu eenmaal morele paniek, negatieve massavormingen, sociale ouroborosen met alle kenmerken zoals hierboven opgesomd. Het is wat automatisch meekomt als psychologische bijwerking. Een soort hoofdpijn bij de ziekte genaamd rampspoed. We kunnen enkel hopen dat er betere tijden aanbreken en een collectief verbredend levensinzicht waarin iedereen wat minder in angst leeft of leert om er minder hysterisch op te reageren.